A.S. vertelt
Deel 1 "De Computer  "

Als ik mijn jeugdjaren vergelijk met die van mijn zoon dan zijn grote punten van verschil Elvis, drugs, files, vissen in de beek, heel veel duivenliefhebbers toen en de PC nu. In zowat elk huishouden staat er tegenwoordig een en met internet gaat er helemaal een andere wereld voor je open.
Adembenemend gewoon. En verbazingwekkend ook op hoe jonge leeftijd kinderen er mee uit de voeten kunnen.
Met de computer kwamen ook de 'duivenprogramma’s’.
Voor ongeveer 50 Euro heb je er een en mensen maken er vooral gebruik van om stamkaarten te maken. Want die horen tegenwoordig zo’n beetje bij duiven. 

Ze zijn handig voor jezelf en duiven verkopen zonder kun je bijna vergeten, zeker naar het buitenland. De stamkaart bepaalt zelfs voor een deel de waarde van de duif. Natuurlijk kun je de afstamming ook opschrij­ven maar dat heeft twee grote nadelen: 
Je moet het telkens weer opnieuw doen en, hoe secuur je ook bent, je maakt fouten.

WAARDE

Dat vooral buitenlanders zo veel waarde hechten aan een stamkaart lijkt naďef maar is  te verklaren. 
Ze vertellen over de ouders en voorouders al garandeert dat natuurlijk niets.
Koppel de beste doffer van de wereld met de beste duivin van de wereld en nog is het heel goed mogelijk dat zo’n ‘Dream pair’ waardeloze jongen geeft.
Hoe vaak komt het ook niet voor dat een koppel een superduif geeft en het daarbij blijft? In Taiwan en Japan houden ze van ‘Golden Couples’. Ik hebt er maar weinig gekend. Het stamkoppel van Meulemans was er een, dat van Braakhuis en verder… moet ik al heel veel nadenken.
Daarom dat ik H uit het Belgische B een beetje begreep toen ik er toen ik er om een duivin ging.

‘NOYONDUIVEN'

Ik had al veel over H gehoord. 
Dat hij amper aandacht krijgt in de pers komt omdat hij voor­namelijk Noyon speelt.
Vitesse schiet in Nederland publicitair amper op en in België nog minder. 
Toch hebben monumenten als Hofkens en Grondelaars later me altijd op het hart gedrukt dat je het best versterking zoekt bij ‘vitesseman­nen’ met weinig ruimte en niet bij de grote namen met hun massa’s duiven.
Omdat H weinig bekend is hoopte ik dat dat zich ook zou verta­len in een zacht prijsje 
voor die goede duivin die ik zocht maar dat viel vies tegen.
Waarschijnlijk, of zeg maar zeker, omdat ook anderen hem hadden weten te vinden.
Ik wilde er een van de beste maar dat willen ze natuurlijk allemaal.
De duif werd gekocht en H gaf me het 'kartje' (eigendomsbewijs).
'Schrijf je geen stamkaarten?’ wilde ik weten.
Daar begin ik niet aan' was de reactie. 
'Daar kun je toch op­schrij­ven wat je wilt zeker? En zelfs als zo’n stamkaart correct is wat bewijst dat? Die duivin is van mijn beste duiven, je krijgt de ringnummers van de vader en moeder en daarmee zul je het moeten doen.'
'Als je geen stamkaarten schrijft snŕp ik waarom je geen kopers krijgt uit Taiwan en Amerika ondanks je sterk spel’  probeerde ik nog.
Het had weinig resultaat.
'Als het om die stamkaart gaat moeten ze wegblijven' beëindig­de hij de discussie.
H ziet graag geld maar hij houdt vast aan zijn principes ook al kost dat centen. 
Zo zie je er niet veel meer.

VEEL MEER

Terug naar die duivenprogramma's, ik heb er natuurlijk ook een, gebruik die ook voor stamkaarten maar je kunt er veel meer mee.
Je kunt de jongen of nazaten van een duif opvragen. Ook prestaties, of bij welk weer welke duiven het best pres­teerden en nog veel meer. 
Toegegeven, daarvoor heb je geen computer nodig, maar het is eenvoudig en het gaat snel. In mijn spaarzame vrije uren wil ik wel eens gege­vens opvragen en soms levert dat interessante informatie op.
Zo heb ik van een koppel oudere duiven zeven kinderen, elf kleinkinderen en negentien achterkleinkinderen die een eerste prijs wonnen. Ook anderen wonnen talloze eerste prijzen met naza­ten van dat koppel. 
'Wat moet dat een superkoppel zijn' denkt U misschien?
Even wachten, we zijn er nog niet. 
Ik zocht voor de aardigheid eens op hoeveel nazaten dat koppel gegeven had.
'Wilt U kinderen, ook kleinkinderen of alles?' vroeg het scherm.
Ik tikte op de 'A' van 'Alles' en sloeg vervolgens bijna op tilt. 
De ringnummers rolden over het scherm, het ene scherm volgde op het andere.
Liefst  736 duiven werden uitgebraakt.
736 duiven hadden, al is het maar een beetje, bloed van dat ene koppel in de aderen. Hoeveel middelmatige of slechte zouden daarbij gezeten hebben?
650 Of nog meer? En dan heb ik het dus over een uitzonderlijk kweekkoppel!

BESTE DUIVEN

Met mijn computerprogramma kan ik ook selecteren op prestaties.
Soms vraag ik de beste duiven op. Dat is niet alleen leerzaam maar ook tof.
Toffer dan je slechte duiven opvragen.
Bovendien is informatie over goede duiven interessant omdat je zo veel verhalen hoort.
Een er van is dat de meeste goede duiven geboren worden uit de eerste eieren van een jaarlingduivin. Ik
heb dat nagegaan over een periode van vijftien jaar.
Alle beste duiven opgevraagd met daarachter de ringnummers van de ouders. En wat bleek? Die theorie is niet meer dan een theorie.
Reportages over goede duiven bevestigen dat het een vooroordeel is dat jonge duivinnen in verhou­ding meer goede geven.
Verder moet U weten dat ik mijn jongen, zoals meerdere doen, 'op volgorde' ring.
De eerste jongen krijgen de eerste ringen om van een reeks en zo verder.
Zo kan ik aan het ringnummer vaststellen welke de oudere jongen waren.
Daar heb ik mijn computer niet voor nodig.
En wat constateer ik weer?
Bij mijn beste duiven zaten opvallend weinig win­terjongen.
Die mannen die hun eerste ronde (winter­kweek) verkopen lijken goed te weten wat ze doen en zagen niet aan de tak waarop ze zelf zitten al denken sommigen dat.

WINNAARS

Als ik de computer opdracht geef me de eerste prijswinnaars te tonen met daarbij de  vlucht waarop die eerste prijs gewonnen werd doe ik weer een interessante vaststelling. 

In het begin van het oude duivenseizoen zijn die winnaars zelden jaarlingen maar naarmate het seizoen vordert is het omgekeerd.

Als jaarlingen kennelijk beter uit de verf komen naarmate het seizoen vordert zou je je af kunnen vragen of daar een verklaring voor is.
Heeft het met ervaring te maken?
Met verduisteren in het geboortejaar misschien?
We weten het niet maar misschien verandert dat nog eens.
 

MISSCHIEN

Want informatie opslaan in de computer, nadien evalueren en concluderen is een kwestie van tijd en we gaan daar veel van leren.
- Zien of de theorie klopt van 'meer goede duiven uit de eerste eieren van een duivin'.
- Zien of het waar is van minder goede oude duiven uit winterkweek.
- Zien of het waar is dat jaar­lingen gemakkelijker eerste winnen naarma­te het sei­zoen vordert en nog zo veel meer.
Voorlopig is het gissen en elkaar napraten maar dat gaat veranderen. De computer gaat onze kennis over duiven enorm vergroten.
Hoop ik tenminste. Want als ik zie naar de gemiddelde leeftijd van sportgenoten moeten we het van deze generatie niet hebben. Helaas.


Alle stukken gepubliseerd door Duiven.net in de rubriek ""A.S. Vertelt" mogen niet vermenigvuldigd worden.
© Ad Schaerlaeckens

Terug naar A.S. vertelt
Terug naar Duiven.net

Een site van ADVIDU Utrecht