Ik
schrijf vaker dat het bij mij, anders dan bij veel sportgenoten, vooral de
jonge duiven zijn die van de vlucht binnenstormen.
Mensen die dat gezien hebben raken er niet over uitgepraat.
'Hij heeft een soort dat binnenstormt' beweren sommigen.
Dat is het dus niet.
Ik heb geen soort, laat staan een soort dat binnenstormt. Verder meen ik dat
je een verklaring niet op de eerste plaats bij de duiven moet zoeken.
Er zullen heus wel koppigaards zijn die van natuur bang en schuw zijn maar
niet veel. Ik denk dat ze zo
gemaakt worden. Door de liefhebber dus.
KICK
Dat
goed binnenkomen belangrijk is in een tijd dat het alsmaar sneller gaat en
seconden vaak beslissend zijn over winnen of verliezen moge duidelijk zijn.
Maar het is niet alleen belangrijk voor het resultaat, duiven die
binnenstormen is ook uitermate tof terwijl duiven die slecht binnenkomen me
mateloos ergeren.
Duiven die 'gewoon' aankomen, een rondje maken, even zitten en dan
binnenwippen, daar word ik niet koud of warm van, maar... duiven die, als ze
van een vlucht komen als een
steen omlaag storten, de vleugels samengeknepen en moeite moeten doen zich
niet te pletter te vliegen is voor mij het ultieme genot. Een gevoel dat
zich moeilijk laat omschrijven en misschien te vergelijken met wat er om
omgaat in een voetballer als die in de verlenging de beslissende goal
scoort.
Velen vinden het aankomen van de duiven het mooiste van de sport,
binnenstormen is het helemaal.
DERTIG CENTIMETER
Overigens
heeft goed binnenkomen niets te maken heeft met een groot invliegraam of een
vrijstaand hok met ruime 'aanvliegroute' , integendeel.
Ik heb duiven in 'onmogelijke' omstandigheden, op hokjes met kleine ingang
tussen hoogstaande gebouwen of bomen bijzonder goed binnen zien komen.
Het omgekeerde zag ik ook:
Grote invliegramen, een vrije aanvliegroute maar... duiven die bleven
rondvliegen.
Bij mij staan de valplankjes laag en die zijn niet meer dan dertig
centimeter breed.
Het gebeurt zelden dat er een dat plankje mist en als het geen wind
‘mee’ is geen duif die een ronde maakt of op het dak valt.
Zo is het altijd geweest en als het aan mij ligt mag het zo blijven.
En... misschien ligt het aan mij.
HOEZO?
Vaak
is me gevraagd hoe ik dat voor elkaar krijg.
Hoewel ik de duivenwijsheid zeker niet in pacht heb en er misschien een tijd
komt dat ik ook vertwijfeld met een busje voer sta te rammelen meen ik toch
een antwoord op die vraag te hebben.
a. Goed of niet goed binnenkomen heeft te maken met omgevingsfactoren
waarvan het hok er een is.
b.
Het heeft te maken met de omgang met de duiven.
c.
En... ik meen dat ook de vorm een rol speelt.
Vlotte
binnenkomers krijg je dus niet door schraal te voeren, ‘honger' is niet de
manier om binnenkomen te bevorderen.
Hoewel de onder a, b en c genoemde zaken niet los van elkaar staan lopen we
die respectievelijk even door.
A. OMGEVINGSFACTOREN
Ik
hoor wel eens, het klinkt soms bijna verwijtend, dat mijn duiven altijd vorm
hebben. Dat lijkt ook zo en toch is medicijnen het allerlaatste waaraan ik
dat dank.
Wat wel een rol kan spelen zijn de hokken.
Die zijn verre van luxe maar middels schuiframen, gordijnen, glas dat ik af
kan schermen en ventilators kan ik inspelen op veranderende omstandigheden
van buiten.
Het lijkt ingewikkeld maar is het niet, soms gewoon een kwestie van aan een
touwtje trekken of een knop omdraaien.
En het werkt.
Wie is het nooit opgevallen hoe duiven op zeer korte tijd drogere koppen en
krijtwitte neuzen krijgen als het weer ten goede omslaat?
Ik ken geen enkel medicijn dat op zo korte tijd zo'n heilzame invloed heeft
op de vorm dan een ander (droger) klimaat.
Het bewijst het enorme belang van een goed hok en nogmaals, met luxe heeft
het weinig te maken, met kosten nog minder.
Als duiven presteren kunnen die niet anders dan op een goed hok zitten waar
ze aard hebben en dat heeft met de inrichting te maken.
Zo deugen kapelletjes niet voor een jonge duivenhok, ik schrijf dat vaker.
Ik heb diepe zitbakken en de toch al kleine hokken zijn nog eens verkleind
door een rek in het midden. Dat scheelt enorm in de omgang.
Als ik een duif wil pakken heb ik daar maar een hand voor nodig omdat die
amper kanten uit kan.
Met een onverhoedse beweging duiven verschalken zoals sommigen doen, om nog
maar te zwijgen over die twee handen achter het hoofd die plotsklaps
toeslaan, is dodelijk voor het vertrouwen van de duif in jou.
Hoe kun je van duiven waarmee je zò omgaat verwachten dat die je na
aankomst van een vlucht wel vertrouwen?
Verder staan mijn hokken dicht bij huis.
Dat heeft nadelen, vooral als ze ruien, maar het scheelt in de omgang.
Wees ervan overtuigd dat het veel moeilijker is handzame tamme duiven te
krijgen op hokken die ergens diep in de tuin of eenzaam achter in een wei
staan.
B. OMGANG
De
omgang met jonge duiven heeft dus te maken met het hok.
Op klein(gemaakt)e hokken is het veel gemakkelijker goed met de duiven om te
gaan dan op grote diepe hokken.
Verder begint een goede omgang vanaf de eerste levensdagen zoals bij
kinderen. Die krijg je bijna niet meer ‘op de rails’ als ze slecht zijn
opgevoed.
Veel kinderen zijn slecht opgevoed doordat de ouders geen 'nee' kunnen
zeggen.
Ze zeuren om een snoepje, moeder zegt 'nee' maar het snoepje komt er vaak
toch als het kind blijft zeuren. Helemaal fout.
Al gauw zal zo'n kind in de gaten krijgen dat de aanhouder wint en hij gaat
door met zeuren en etteren.
Bij duiven is het niet anders. Die moeten zich aanpassen aan jou en niet
omgekeerd.
Duiven moeten discipline kennen.
Soms staan liefhebbers als de duiven binnen zijn met een voerbus te bedelen
of het die enkeling die nog buiten zit ook belieft binnen te komen.
Gebeurt dat uiteindelijk dan krijgt die extra voer.
Weer helemaal fout.
Duiven zijn wat dat betreft als kinderen.
'Busje komt zo' weten ze want gauw hebben ze in de gaten dat ze toch nog
voer krijgen. Dat hun slecht gedrag als het ware nog beloond wordt ook.
Bij mij waagt geen duif
het te treuzelen met binnenkomen. Want die 'weet' wat het gevolg is: Busje
(voer) komt NIET zo, maar het wordt nachtje buiten slapen. Daar is er nog
nooit een ziek van geworden.
VORM
Wat
die omgang en het kort bij huis zitten betreft nog dit:
Ooit fokte ik jongen achter een plank. Ik zag die niet en die zagen mij niet
voor ze vier weken oud waren. Maar toen waren ze schichtig als ratten en het
kostte me enorm veel moeite er handzame duiven van te maken.
Goed binnenkomen heeft als gezegd ook te maken met vorm.
En als je er voor zorgt dat alle ingrediënten aanwezig zijn om zich te
hechten aan het territorium zal dat bijdragen tot vorm.
Gehechtheid aan het eigen territorium heeft ook te maken met het karakter
van de duif.
Ik meen dat het belang ervan amper overschat kan worden.
De ruiende duiven die ik in het najaar speel (zonder te klokken) komen niet
goed binnen. Maar dat zijn dus ruiende duiven. Duiven zonder vorm.
Tot slot hoeft helemaal 'kapot' zijn bij aankomst niet te wijzen op gebrek
aan klasse. Als ze maar snel hersteld zijn.
Hofkens had ooit een duif die zelfs van een 200-kilometervlucht 'total loss'
thuis kwam.
Soms vroeg dat wel, maar toch vond Gust dat hij met zulke niet vooruit
kon.
Erg dieronvriendelijk stuurde hij hem voor straf naar Limoges. 'Was hij er
meteen van af.' Wie schetst
echter zijn verbazing toen die weer stampvroeg was. Opnieuw kapot maar wel
bovenaan de uitslag.
En gaat het daar niet om?
A.S.
Alle stukken gepubliceerd door Duiven.net in de rubriek ""A.S.
Vertelt" mogen niet vermenigvuldigd worden.
© Ad Schaerlaeckens
|