Inleiding: Een unieke reeks artikelen In de duivensport is het een
eeuwige vraag waar zitten de beste duiven.. Wat mensen de laatste jaren ook bezig houdt is
de evolutie in het jonge duivenspel. Daarover stellen ze zich vragen. Een ervan is of 'die
Hollanders' misschien niet verder zijn.
EER
Feit is in ieder geval dat hen de eer toekomt die het verduisteren hebben
'uitgevonden' en daarmee kreeg duivensport een nieuwe dimensie die het spel met de jongen
in een spectaculaire stroomversnelling deed geraken. De eersten die de Hollanders
navolgden waren de te kloppen lui van enkele jaren terug. Of beter NIET te kloppen!
Duiven.net medewerker Ad Schaerlaeckens is zo'n man die met jonge duiven al jaren
adembenemend presteert. Belgen en Hollanders die samen met Ad de duiven zagen thuiskomen,
op midfondvluchten. keerden helemaal in de war huiswaarts. Dit hadden zij nog nooit
gezien.
Ad gaat in een serie artikelen het jonge duivenspel nader belichten. Het belooft een
leerzame reeks te worden waarin voor heel veel liefhebbers heel veel valt op te steken.
Dat de schrijver iemand is die recht van spreken heeft, kunt u zien aan de hand van zijn
eigen Duiven.net pagina. Een pagina van weinig woorden maar met geweldige uitslagen (Pagina Ad Schaerlaeckens).
Zo'n man MOET een boodschap hebben!
Omgaan en spelen met jongen (1)
Uit gesprekken met liefhebbers blijkt dat er veel onbegrip is over de enorme kloof die
enkelen geslagen hebben. Zelfs een kind begrijpt dat zulks niet alleen een kwestie van
kwaliteit kan zijn.Of zouden het allemaal 'knoeiers' zijn die met jonge duiven zo toe
kunnen slaan?
Geloof ik niets van!
In het jonge duivenspel van de 90-er jaren lijken het niet de beste duiven die
domineren maar de betere liefhebbers.
De tijd dat spelen met jongen zo aantrekkelijk was omdat de kansen meer gelijk lagen
ligt achter ons.
OOK VROEGER
Liefhebbers die goed met jongen spelen waren er ook vroeger. Maar die waren
minder dominant.De specialist van de negentiger jaren raast als een trein over de harten
van de hobbyisten. Presteren is de norm en aan sentimenten heeft hij geen boodschap. Als
een kleine minderheid de rest in een wurggreep heeft is dat een betreurenswaardige
ontwikkeling. Want duivensport schreeuwt om meer evenwicht. Daarom gaan we in enkele
artikelen aandacht besteden aan het spel met jongen. Om de duizelende liefhebber meer
houvast te bieden.
HOUVAST
Natuurlijk is het een onmogelijke opgave iedereen een pasklaar antwoord te geven
op al zijn vragen en problemen. Elke duif is anders, elk mens is anders en elk hok is
anders. Röntgenfoto's maken van de ziel van duif of liefhebber gaat niet en verder
bestaat er ook niet zo iets als 'HET systeem'. Wie daarin gelooft staat voor hij het weet
op het gladde ijs van de aangetoonde verschillen tussen de ene 'specialist' en de andere.
NIET VLIEGEN
Als duiven enkele maanden oud zijn komen vaak de eerste problemen. Ze zitten dik,
eten weinig en vliegen niet. En dat terwijl die onder normale omstandigheden wel
levenslustig en vlieglustig zouden moeten zijn. Dat vliegen is goed. Het bevordert de
eetlust en zal de spieren, longen en andere organen die belangrijk zijn voor de
ontplooiing tot volwaardige wedstrijdduiven doen ontwikkelen. Sommigen maken zich zorgen
als hun jongen in zo'n soort crisis zitten en vragen zich af of ze een stelletje
luiwamessen hebben gekweekt dat straks niet in staat zal zijn prijs te winnen. Dat hoeft
niet. Ik had het immers over 'normale omstandigheden'. Daarvan is in maart geen sprake bij
jongen die in december geboren werden. Die gaan ruien (niet normaal voor vogels in het
voorjaar) en duiven die ruien vliegen niet. Niet in september en niet in het voorjaar.
Niet rond het hok en geen prijs.
MISSCHIEN ZIEK?
Het kan ook zijn dat jongen niet vliegen omdat ze ziek zijn. Meestal is sprake
van trichomonen en de laatste jaren ook coli. Hoe weet je nu of er iets hapert? Dat is
niet moeilijk. Zijn ze eetlustig, is de mest goed, zijn de kelen in orde dan hoeft men
zich geen zorgen te maken. Voelen 'niet vliegende duiven' daarentegen slap aan, eten ze
weinig, verteert het opgenomen voer slecht of wordt dat zelfs uitgebraakt dan mag je
aannemen dat je een probleem hebt.
Zulke duiven nemen ook geen bad want duiven die niet 'in regel' zijn gooien
geen dons en nemen geen bad.
Wat betreft de mest, hoe kleiner hoe beter, hoe meer groen des te slechter. Die te
groene mest is vaak ook slijmerig en kleverig, blijft aan de krabber plakken.
OP EIGEN HOK
Ik heb ook jaren gehad met zulke niet goed in hun vel zittende winterjongen.
Lange tijd dacht ik dat het mos dat welig tierde op de cementen dakpannen verantwoordelijk
was. Dat bleek niet zo.Er was sprake van geel gecombineerd met maag/darmstoornissen. En
daar werd tegen opgetreden. Hoe en waarmee? Ridsol S èn Altabactine (samen) en dat
gedurende een week.
Je zag ze opknappen. Ze trokken zich strak, begonnen weer te eten, de mest werd terug
goed en ze gingen zich gedragen zoals gezonde jonge duiven zich moeten gedragen.
VERANDERD
Maar enkele jaren terug heb ik noodgedwongen het geweer van schouder moeten
veranderen.
Coli heette het probleem en Altabactine was niet meer de oplossing. Welke dan? Er zijn
momenteel verschillende goede produkten die uitkomst kunnen bieden.Vervelend is dat waar
de een baat bij heeft niet hoeft te helpen voor de ander. Cosumix Plus van Ciba-Geigy kan
voor de een de oplossing zijn, voor de ander Baytrill, voor weer een ander Theraprim of
nog iets anders.
Ik heb het idee dat je een beetje geluk moet hebben met medicijnen tegen Coli.
PECH?
Verder is het eerste levensjaar de tijd bij uitstek om jongen voor eens en altijd
manieren te leren. Wat dat betreft zijn het net mensen. Elke opvoeder weet hoe belangrijk
een goede gewoontevorming in de prille jeugd is. Een kind dat de eerste levensjaren geen
goede houding is aangeleerd is heel moeilijk op het rechte spoor te zetten. Met duiven is
het niet anders. Zo hoor je, als er geconcourst wordt, elk jaar weer gesakker en geknars
van tanden. 'Omdat men zoveel tegenslag heeft. De duiven waren op tijd maar dat
binnenkomen. Een ramp!' En vertwijfeld vraagt men zich af waarom juist hen dat ongeluk
moet treffen, waarom anderen wel duiven hebben die binnenkomen. Aan de kwaliteit ligt het
niet, de vorm is er en de prestaties ZOUDEN er zijn als ze niet die verdomde pech hadden
een soort duiven te bezitten dat zo slecht binnenkomt. Wel, dat soort duiven hebben die
lui natuurlijk niet.
Er zullen best wel van nature slechte binnenkomers zijn, maar weinig. Slechte
binnenkomers worden GEMAAKT! Door de liefhebber.
Mannen die goed met jongen spelen hebben zonder uitzondering duiven die goed
binnenkomen. Met slechte binnenkomers kun je immers niet goed spelen!
FOUTEN
Wat ik bedoel wordt duidelijk als je zo'n 'specialist' zoals dat tegenwoordig
heet, met de duiven om ziet gaan. Hoe de duiven hem kennen en hij de duiven. Heb je
daarentegen te maken met iemand die de duiven amper beet kan pakken omdat ze bezeten van
een panische angst het hok uitstuiven als ze hem zien dan is dat met absolute zekerheid
geen 'specialist'. Het is de logica zelf. Hoe kun je van duiven verwachten dat die zich
hechten aan het hok, dat die thuis willen zijn, als ze op datzelfde hok bang- gemaakt
worden? Soms krijg je medelijden met man en duiven als je ziet hoe met de vogels wordt
omgegaan. Tussen de benen door of tegen het raam weet men een duif nog net bij een poot of
vleugel te grijpen. Een regen van pluimen vormt het ronddwarrelend bewijs van de onkunde
van de liefhebber. Je moet wel een groot opportunist zijn om van dergelijke duiven te
verwachten dat die na de vlucht binnenstormen.
HALVE GARE
Droevig om te zien hoe een ogenschijnlijk normaal mens kan veranderen in een
vreemd wezen als de duiven van een vlucht komen. IJsberend loopt hij heen en weer,
pareltjes zweet op het voorhoofd. Met van zenuwen overslaande stem roept hij 'kom kom'
terwijl de duif die het eindelijk waagt op de klep te landen niet zelden een lading voer
over zich heen krijgt gestort. Gevolg is dat nog meer tijd verloren gaat. Ondertussen zijn
er soms nog duiven bijgekomen die het ook niet 'snappen'. Waarom die man zo gek doet.
Waarom die als een halve gare met een voerbus staat te rammelen of zelfs zijn toevlucht
neemt tot het gooien van kluiten zand of steentjes. Arme duif en arme liefhebber! Voor de
duif hoort de baas bij het hok als de drinkbak.
Die drinkbak is zondag hetzelfde als in de week en de baas zou dat ook moeten zijn! Elk
dier, dus ook een duif, hecht zich aan het milieu. Daarin past geen melker die niet steeds
zichzelf is.
Einde Deel I
Alle stukken gepubliseerd door Duiven.net in de rubriek ""A.S.
Vertelt" mogen niet vermenigvuldigd worden.
© Ad Schaerlaeckens
|