Deel
2 Nieuwsbrief juli 2009
Jonge duiven
We hebben ze allemaal al weer gezien de afgelopen weken. De
kinderziektes. De Adenocoli, Het herpesvirus, De mycoplasma-infecties, het
Geel enz.
Kinderziektes?
Ja, in wezen wel. De aandoeningen zien we ieder jaar. En ieder jaar hopen
de liefhebbers dat hun jongen verschoond blijven van de ellende die veel
van deze ziektes veroorzaken.
Nu laat het geel zich nog het makkelijkste behandelen. Nog wel. Maar de
resistentie tegen de geelmiddelen neemt toe. Superzware infecties zien we
dan ook vaker optreden. Zoals zo vaak verteld komt dat, meer dan
waarschijnlijk, door het oneigenlijk gebruik van de geelmiddelen. Er wordt
te kort en te laag gedoseerd gekuurd.
Maar zoals gezegd is het geel nog het geringste probleem. De laatste jaren
speelt het Herpesvirus een steeds grotere rol. Vaak lopen de klinische
verschijnselen van de diverse ziektebeelden zo sterk door elkaar heen dat
het beter zou zijn om van de “jonge duivenziekte” te spreken dan van
een van de genoemde oorzaken.
Soms menen liefhebbers absoluut last te hebben van “de coli” terwijl
bij doorvragen toch meer sprake lijkt te zijn van algehele misère die
niet typisch is voor de adenocoli.
De frustratie is desondanks groot als “het coli-middel” niet werkt.
Want dan deugt immers het middel niet. Dat de diagnose verkeerd zou kunnen
zijn die men zelf stelt, daar wordt niet aan gedacht.
Hoe we het draaien of keren. Als er sprake is van het
“jonge duivensyndroom” dan hebben we een probleem. Immers de jongen
moeten met de vluchten mee en anders, als het lot eerder getroffen wordt,
valt de voorbereiding in het water. De jongen lopen al snel een
achterstand op.
Vaccins tegen de virale componenten van het “jonge duivensyndroom”
zijn er nog niet. En als ze er al zijn dan zijn ze in West-Europa niet
beschikbaar. Ze mogen hier domweg niet gebruikt worden.
Er blijven dus twee wegen over die men kan bewandelen.
Enerzijds kan men hopen dat het noodlot ons niet treft. Gebeurt het wel
dan geeft men een middel dat de klachten helpt te bestrijden. Dit is nog
steeds de gangbare methode. Dweilen met de kraan open dus.
Anderzijds zien we een toenemend aantal liefhebbers die inzien dat het
voorbehoedend geven van voedingssupplementen die verzurend werken en de
weerstand verhogen, wel degelijk bijdragen aan een preventieve
gezondheidszorg. Ook dan hebben we niet de zekerheid dat de jongen niet
ziek worden, maar de jongen zijn doorgaans veel sneller hersteld van de
infectie.
Hoe te handelen als de Adeno-coli uitbreekt: Matig voeren.
Gelukkig wordt ook dit meer een meer ingezien. Immers de darmen werken
maar matig tot slecht. Zwaar voeren is dan uit den boze. Verder zorgen dat
het vochtverlies zoveel mogelijk wordt beperkt. Daartoe kan men
elektrolyten in het drinkwater doen samen met vitamines. Ik schrijf zelf
in die gevallen graag Bonisol voor.
Daarnaast een goed medicijn tegen de coli geven. Hiervoor zijn diverse
middelen beschikbaar. Iedere dierenarts heeft zijn of haar eigen
voorkeur.
Het is verstandig voldoende lang te kuren en goed gedoseerd. Het is ook
belangrijk daarbij uit te sluiten of er nog een besmetting met Hexamiten
en Trichomonen doorheen speelt. In die gevallen ook deze aanpakken.
Ik laat de medicijnen het liefst over het voer geven waarbij ik de dieren
die het ziekst zijn, bij voorkeur individueel laat behandelen met capsules
om te zorgen dat ze hun medicijn ook binnenkrijgen.
Maar naast deze reguliere medicijnen laat ik bij een uitbraak de Bonisol
in het drinkwater graag vermengen met Bony-Sambuccaplus. Aan de Sambucca
wordt een antivirale werking toegeschreven.
Gelukkig zien, zoals ik al zei, steeds meer liefhebbers het
nut in van preventieve gezondheidszorg. Dat wil zeggen dat er vanaf het
afzetten gewerkt wordt aan een verhoging van de lichaamseigen afweer zodat
de kans op ziekte kleiner wordt en in geval van een uitbraak het herstel
doorgaans veel sneller verloopt.
Sinds jaar en dag schrijf ik daarvoor, zoals bekend, Bony-SGR voor.
Tijdens het vliegseizoen wil ik vanwege het nog grotere stimulerende
effect op de vorm wel eens overstappen op de Bony-Weerstandsdrank-Novo.
De afgelopen weken kreeg ik wederom regelmatig het verzoek om
een schema toe te sturen voor de verzorging van de jonge duiven.
Hieronder staat een overzicht van de middelen die men kan gebruiken. Het
gaat om de gedachte die erachter zit, namelijk om met zo min mogelijk
middelen (lees: medicijnen) de jonge duiven te kunnen spelen. In de
praktijk werkt dit goed. Iedere liefhebber kan voor de medicijnen die
vermeld staan natuurlijk ook kiezen voor de geneesmiddelen die de eigen
dierenarts voorschrijft.
Waar het om gaat is dat we trachten zo min mogelijk branden
te moeten blussen door vooraf zo veel mogelijk aan preventieve
gezondheidszorg te doen. Dit is niet alleen van belang voor de behandeling
van de ziekte uitbraken tijdens het seizoen, maar ook en vooral om duiven
te fokken die een beter fundament hebben. Indien de jonge duiven minder te
lijden hebben van de ziektes die hen bedreigen, blijft er meer energie
over die ze kunnen besteden aan de uitgroei van hun lichaam.
Natuurlijke begeleiding maakt het tenslotte ook mogelijk om de echt zwakke
broeders op te sporen. Deze worden dan immers niet met medicijnen “aan
de praat” gehouden.
Begeleiding jonge duiven:
Bij het afzetten controle op de aanwezigheid van het geel (en
hexamiten). Zo nodig een geelkuur. Dan tevens in het drinkwater een week
lang Bony-SGR.
Verder: GEEN medicijnen (tenzij absoluut noodzakelijk) tot 14
dagen drie weken voor de opleer vluchten.
In deze periode krijgen de jongen Bony-SGR 2-3 x per week en B.M.T over
het voer en verder een goede Omega 3 olie.
Als de opleervluchten naderen is het tijd om te controleren hoe de duiven
de kinderziekten hebben doorstaan. Controle op Geel, Coccidiose en Wormen
en natuurlijk een gedegen controle van de luchtwegen waarbij ook naar de
aanwezigheid van slijm wordt gekeken.
Wanneer nodig is het nu de juiste tijd om een kuur te geven
tegen bovengenoemde kwalen zodat de jongen schoon aan de vluchten kunnen
beginnen. We weten dan dat we zelf geen ziekten verspreiden in de manden.
En mogen hopen dat de andere liefhebbers ook die verantwoordelijkheid op
zich nemen wat hun duiven betreft.
Maar aangezien dat laatste doorgaans niet het geval is, maakt de praktijk
van alle dag het helaas bijna noodzakelijk om preventief bij thuiskomst
actie te ondernemen om niet na een paar weken al weer met de gebakken
peren te zitten, omdat de duiven in de manden weer een ziekte hebben
opgelopen.
Zeker de eerste weken (opleervluchten!!!!!) is dat belangrijk. Dan is
immers het kaf nog niet van het koren gescheiden.
Bij thuiskomst dus eerst wat elektrolyten in het water of Bonisol en
daarna ’s avonds preventief handelen om mandinfecties geen kans te
geven.
Daarbij dient de eerste weken vooral het accent te liggen bij de preventie
van darminfecties en tricho, maar na enkele weken als de veroorzakers van
deze ziekten uit de manden zijn verdwenen worden de luchtweginfecties weer
belangrijker. Het is goed met dit gegeven rekening te houden bij de
preventie van ziekten.
Nadat ik in het midden van de afgelopen maand bovenstaande
adviezen had opgeschreven, kwamen er nog meer gevallen van Adenocoli voor.
Een verzoek om een begeleidend schema werd meermaals geuit. Maar er werd
ook de vraag gesteld of we een “ speciaal pakket” voor de jonge duiven
hebben. Nu was dat tot nog toe eigenlijk niet het geval. Als iemand er om
vroeg dan stelden we een pakket samen dat aangepast is/was aan de duiven
van de betreffende liefhebber.
Nu deze vraag ons meer bereikt hebben we besloten toch een
“Jongdierpakket” samen te stellen. Daarbij ligt de nadruk vooral op
ziektepreventie.
|