Dr. aan het woord door: Dierenarts Peter Boskamp
© Dierenarts P. Boskamp
Het is verboden bovenstaande artikelen te vermenigvuldigen en te verspreiden. 
Ook zal opgetreden worden als zonder toestemming de artikelen of gedeelten 
daarvan op een andere wijze gepubliceerd worden

Deel 2 Nieuwsbrief juli 2009


Jonge duiven

We hebben ze allemaal al weer gezien de afgelopen weken. De kinderziektes. De Adenocoli, Het herpesvirus, De mycoplasma-infecties, het Geel enz.
Kinderziektes?
Ja, in wezen wel. De aandoeningen zien we ieder jaar. En ieder jaar hopen de liefhebbers dat hun jongen verschoond blijven van de ellende die veel van deze ziektes veroorzaken.
Nu laat het geel zich nog het makkelijkste behandelen. Nog wel. Maar de resistentie tegen de geelmiddelen neemt toe. Superzware infecties zien we dan ook vaker optreden. Zoals zo vaak verteld komt dat, meer dan waarschijnlijk, door het oneigenlijk gebruik van de geelmiddelen. Er wordt te kort en te laag gedoseerd gekuurd.
Maar zoals gezegd is het geel nog het geringste probleem. De laatste jaren speelt het Herpesvirus een steeds grotere rol. Vaak lopen de klinische verschijnselen van de diverse ziektebeelden zo sterk door elkaar heen dat het beter zou zijn om van de “jonge duivenziekte” te spreken dan van een van de genoemde oorzaken.
Soms menen liefhebbers absoluut last te hebben van “de coli” terwijl bij doorvragen toch meer sprake lijkt te zijn van algehele misère die niet typisch is voor de adenocoli.
De frustratie is desondanks groot als “het coli-middel” niet werkt. Want dan deugt immers het middel niet. Dat de diagnose verkeerd zou kunnen zijn die men zelf stelt, daar wordt niet aan gedacht. 

Hoe we het draaien of keren. Als er sprake is van het “jonge duivensyndroom” dan hebben we een probleem. Immers de jongen moeten met de vluchten mee en anders, als het lot eerder getroffen wordt, valt de voorbereiding in het water. De jongen lopen al snel een achterstand op.
Vaccins tegen de virale componenten van het “jonge duivensyndroom” zijn er nog niet. En als ze er al zijn dan zijn ze in West-Europa niet beschikbaar. Ze mogen hier domweg niet gebruikt worden. 

Er blijven dus twee wegen over die men kan bewandelen. Enerzijds kan men hopen dat het noodlot ons niet treft. Gebeurt het wel dan geeft men een middel dat de klachten helpt te bestrijden. Dit is nog steeds de gangbare methode. Dweilen met de kraan open dus.
Anderzijds zien we een toenemend aantal liefhebbers die inzien dat het voorbehoedend geven van voedingssupplementen die verzurend werken en de weerstand verhogen, wel degelijk bijdragen aan een preventieve gezondheidszorg. Ook dan hebben we niet de zekerheid dat de jongen niet ziek worden, maar de jongen zijn doorgaans veel sneller hersteld van de infectie. 

Hoe te handelen als de Adeno-coli uitbreekt: Matig voeren. Gelukkig wordt ook dit meer een meer ingezien. Immers de darmen werken maar matig tot slecht. Zwaar voeren is dan uit den boze. Verder zorgen dat het vochtverlies zoveel mogelijk wordt beperkt. Daartoe kan men elektrolyten in het drinkwater doen samen met vitamines. Ik schrijf zelf in die gevallen graag Bonisol voor.
Daarnaast een goed medicijn tegen de coli geven. Hiervoor zijn diverse middelen beschikbaar. Iedere dierenarts heeft zijn of haar eigen voorkeur. 
Het is verstandig voldoende lang te kuren en goed gedoseerd. Het is ook belangrijk daarbij uit te sluiten of er nog een besmetting met Hexamiten en Trichomonen doorheen speelt. In die gevallen ook deze aanpakken.
Ik laat de medicijnen het liefst over het voer geven waarbij ik de dieren die het ziekst zijn, bij voorkeur individueel laat behandelen met capsules om te zorgen dat ze hun medicijn ook binnenkrijgen.
Maar naast deze reguliere medicijnen laat ik bij een uitbraak de Bonisol in het drinkwater graag vermengen met Bony-Sambuccaplus. Aan de Sambucca wordt een antivirale werking toegeschreven. 

Gelukkig zien, zoals ik al zei, steeds meer liefhebbers het nut in van preventieve gezondheidszorg. Dat wil zeggen dat er vanaf het afzetten gewerkt wordt aan een verhoging van de lichaamseigen afweer zodat de kans op ziekte kleiner wordt en in geval van een uitbraak het herstel doorgaans veel sneller verloopt.
Sinds jaar en dag schrijf ik daarvoor, zoals bekend, Bony-SGR voor. Tijdens het vliegseizoen wil ik vanwege het nog grotere stimulerende effect op de vorm wel eens overstappen op de Bony-Weerstandsdrank-Novo. 

De afgelopen weken kreeg ik wederom regelmatig het verzoek om een schema toe te sturen voor de verzorging van de jonge duiven.
Hieronder staat een overzicht van de middelen die men kan gebruiken. Het gaat om de gedachte die erachter zit, namelijk om met zo min mogelijk middelen (lees: medicijnen) de jonge duiven te kunnen spelen. In de praktijk werkt dit goed. Iedere liefhebber kan voor de medicijnen die vermeld staan natuurlijk ook kiezen voor de geneesmiddelen die de eigen dierenarts voorschrijft. 

Waar het om gaat is dat we trachten zo min mogelijk branden te moeten blussen door vooraf zo veel mogelijk aan preventieve gezondheidszorg te doen. Dit is niet alleen van belang voor de behandeling van de ziekte uitbraken tijdens het seizoen, maar ook en vooral om duiven te fokken die een beter fundament hebben. Indien de jonge duiven minder te lijden hebben van de ziektes die hen bedreigen, blijft er meer energie over die ze kunnen besteden aan de uitgroei van hun lichaam.
Natuurlijke begeleiding maakt het tenslotte ook mogelijk om de echt zwakke broeders op te sporen. Deze worden dan immers niet met medicijnen “aan de praat” gehouden.  

Begeleiding jonge duiven: 

Bij het afzetten controle op de aanwezigheid van het geel (en hexamiten). Zo nodig een geelkuur. Dan tevens in het drinkwater een week lang Bony-SGR. 

Verder: GEEN medicijnen (tenzij absoluut noodzakelijk) tot 14 dagen drie weken voor de opleer vluchten.
In deze periode krijgen de jongen Bony-SGR 2-3 x per week en B.M.T over het voer en verder een goede Omega 3 olie.
Als de opleervluchten naderen is het tijd om te controleren hoe de duiven de kinderziekten hebben doorstaan. Controle op Geel, Coccidiose en Wormen en natuurlijk een gedegen controle van de luchtwegen waarbij ook naar de aanwezigheid van slijm wordt gekeken. 

Wanneer nodig is het nu de juiste tijd om een kuur te geven tegen bovengenoemde kwalen zodat de jongen schoon aan de vluchten kunnen beginnen. We weten dan dat we zelf geen ziekten verspreiden in de manden. En mogen hopen dat de andere liefhebbers ook die verantwoordelijkheid op zich nemen wat hun duiven betreft.
Maar aangezien dat laatste doorgaans niet het geval is, maakt de praktijk van alle dag het helaas bijna noodzakelijk om preventief bij thuiskomst actie te ondernemen om niet na een paar weken al weer met de gebakken peren te zitten, omdat de duiven in de manden weer een ziekte hebben opgelopen.
Zeker de eerste weken (opleervluchten!!!!!) is dat belangrijk. Dan is immers het kaf nog niet van het koren gescheiden. 
Bij thuiskomst dus eerst wat elektrolyten in het water of Bonisol en daarna ’s avonds preventief handelen om mandinfecties geen kans te geven.
Daarbij dient de eerste weken vooral het accent te liggen bij de preventie van darminfecties en tricho, maar na enkele weken als de veroorzakers van deze ziekten uit de manden zijn verdwenen worden de luchtweginfecties weer belangrijker. Het is goed met dit gegeven rekening te houden bij de preventie van ziekten. 

Nadat ik in het midden van de afgelopen maand bovenstaande adviezen had opgeschreven, kwamen er nog meer gevallen van Adenocoli voor. Een verzoek om een begeleidend schema werd meermaals geuit. Maar er werd ook de vraag gesteld of we een “ speciaal pakket” voor de jonge duiven hebben. Nu was dat tot nog toe eigenlijk niet het geval. Als iemand er om vroeg dan stelden we een pakket samen dat aangepast is/was aan de duiven van de betreffende liefhebber.
Nu deze vraag ons meer bereikt hebben we besloten toch een “Jongdierpakket” samen te stellen. Daarbij ligt de nadruk vooral op ziektepreventie.

Terug naar Dr. aan het woord
Terug naar Duiven.net

Een site van ADVIDU, Utrecht