A.S. vertelt
Deel 13   "Hokbezoeken"

Jonge duiven kunnen om velerlei redenen verloren gaan.
Een er van, misschien wel de voornaamste, is gezondheid, of beter gebrek daar aan.
Zo herinner ik me dat jaar dat mijn jongen gekweld werden door wat ornithose wordt genoemd. Ik weet niet of het dat ook was maar in ieder geval was er iets goed mis: Ze oriënteerden geen steek, duiven die al grondig opgeleerd waren liepen enkele straten van me vandaan ergens binnen en ik zag me genoodzaakt, zeer tegen mijn zin, naar de medicijnpot te grijpen.
Het resultaat was verbijsterend.
Binnen enkele dagen waren de duiven opgeknapt en er ging er niet een meer verloren. 
Soms hoor je dat mensen veel jongen verliezen van leervluchten.

Als anderen van dezelfde vluchten geen jongen verliezen hebben ze een probleem zoals ik destijds. Die verliezen hebben niets te maken met pech, evenmin met
kwaliteit maar…  met gezondheid!!

GELUK BIJ ONGELUK

Volgend voorval zal sommigen ook niet vreemd zijn.
De jongen 'doen het' van geen kanten tot men op een dag 'het ongeluk' heeft er een aantal te verliezen. En wat gebeurt?
Nadien gaan dezelfde duiven die eerder niet naar huis te branden waren presteren. De verklaring is meestal een overbevolkt hok waarop duiven geen aard hebben en ook gebrek aan zuurstof . Wie niet overtuigd is welke schade overbevolking aan kan richten moet maar eens volgende proef doen:
Zet een mand vol duiven in een afgesloten auto en ga enkele uren later eens kijken.
Het nat, afkomstig van het uitwasemen van de adem van de duiven druipt van de ramen. En dan praten we nog niet over warm drukkend weer of onervaren zenuwachtige piepers die oneindig veel meer zuurstof gebruiken dan normaal. Dus komen we weer bij die twee essentiële zaken die alles met elkaar te maken hebben: gezondheid en milieu.

Omdat duiven de meeste tijd op het hok doorbrengen kan men nagaan hoe belangrijk het hokklimaat is.

Op droge niet overbevolkte hokken die geventileerd zijn zoals het hoort is het helemaal niet zo'n kunst duiven gezond te houden.

Slechte overbevolkte hokken daarentegen vormen een voortdurende bedreiging voor het welzijn van je duiven, jongen nog meer dan oude.

'JA MAAR'

Zo had een sportgenoot me gevraagd eens naar de jongen te komen kijken.
Ze zagen er niet uit: niet strak, mest te groen, kelen te rood en duiven niet vitaal. Het hok voelde zo onaangenaam aan dat ik er uit wilde. En als een hok niet deugt voor jou deugt het ook niet voor de duiven.
Ik zei de man dat hij te veel duiven op zijn hok had. 
'Ja maar', sputterde hij tegen, 'en bij jou dan?'
Een beetje gelijk had hij. Mijn hokken voor jongen zitten ook vol maar wat hij over het hoofd zag was dat die anders zijn!
Kreten, zelfs van dierenartsen, dat per kubieke meter niet meer dan twee duiven horen hebben geen enkele opbouwende functie naar de lezer toe.
De verluchting, de ligging en ook het weer spelen een rol als het gaat om de bezetting.
Bij drukkend warm weer kan een hok met daarop slechts een duif al overbevolkt zijn als dat dicht is met veel glas.
In goedverluchte hokken daarentegen kun je, zeker als die voorzien zijn van een volière, veel jongen onderbrengen. 
Steeds meer liefhebbers zetten hun jongen op hokken die voor een deel open zijn, ze vervangen het glas in de ramen door muggengaas of ‘windbreekgaas’ of ze zetten er een volière tegen. 

In Zuid Europa en ook in Japan zag ik hokken met daarin duiven als haringen in een ton. En wat waren ze gezond.

Maar wat dààr kan kan hier niet.
Daar heerst een ander klimaat. Het is er winderig en vooral droog.  

KOUDE

'Koude doodt griepvirus'  las ik eens in een serieus dagblad. En verder:

'Voor de winter ons overviel liepen heel wat mensen met een verkoudheid rond.
Het was nog geen echte griep maar het scheelde weinig. De vroege vrieskou kwam net op tijd om een griepuitbraak de pas af te snijden. Het griepvirus voelt zich het best bij temperaturen van een graad of 6 en een hoge vochtigheidsgraad. Koude vrieslucht heeft een soort verlammende werking op het virus.'

Het deed me denken aan die man die het nodig vond verwarming op de hokken aan te brengen hartje winter. 
‘Nog nooit zaten zijn duiven zo gezond’ zei hij
Het hok voelde aangenaam aan, de duiven ‘zaten’ inderdaad enorm gezond en begrijpelijk waren de verwachtingen hoog gespannen.
'Die investering zou er gauw uit komen.’
Toen werd het voorjaar en de vluchten kwamen er aan.
De eerste weken presteerde hij prima maar nadien was het huilen met de pet op.
Dezelfde duiven die in de winter op dat verwarmde hok een adembenemende gezondheid vertoonden zaten nu met dikke koppen en rulle nekken.
'Afgelopen met verwarmen in de winter' besloot hij. De 400 euro die hij bespaarde aan stroomkosten was een eerste winstpunt, duiven die presteerden het volgende. Van Nouwen Paesen las ik dat ze steeds problemen hadden met wat ze noemden ‘ademhalingsziektes’. Dat werd verleden tijd nadat ze de verwarming van de hokken hadden gehaald.

VERSCHIL

'Koude vrieslucht is gezond' zei mijn grootmoeder en adviseerde niet met de bus naar school te gaan maar de fiets te pakken.
Miezerig druilerig weer dat het vocht van de muren doet druipen is inderdaad oneindig veel slechter voor duiven dan koude.
Vroeger gaf ik die in de winter veel vrijheid.
Ik zou dat nog graag doen maar durf niet meer vanwege de roofvogel.
Maar bij droge vrieslucht zijn de ramen open. Ik plaats daarin rekken zodat de zuurstof binnen kan maar de duiven niet buiten.
Als ik winterjongen speen bescherm ik die wel en zet ze niet op een vloer die ijzig koud aanvoelt maar op een verwarmingsplaat en doe daarop wat stro.
Je zou moeten zien hoe de piepertjes daarop reageren.
Ze verdringen elkaar om een plaats op die plaat te bemachtigen. Maar die platen gaan er weer gauw af. 
Anderen doen tempex in juten zakken en zetten daar hun gespeende piepers op. Ook  prima en die bespaart nog stookkosten ook.

RODDEL

Of ik gehoord had wat in een naburig dorp over me gezegd werd vroeg iemand me nadat ik eens de 11 eerste prijzen had gewonnen. 
Ik had het niet gehoord maar sommige liefhebbers kennende zou het me verbaasd hebben als niet was gepraat.
En waar werd over geroddeld?
Ik was bij iemand gaan ‘keuren’ die nog geen potten gebroken had, nadien presteerden de duiven enorm en dat kwam omdat ik hem iets gegeven zou hebben. 
Dat bezoek klopte maar het verhaal is anders.
Ik kreeg er zulke gedrochten van duiven in handen dat het gewoon geen goede konden zijn: Droog van pluim, plomp, uit twee stukken, een keel die niet deugde, sommige   moddervet, andere messcherp.
Ik vroeg waarom die 'prullen' daar zaten en wat bleek? 
Achter elke duif zat wel een verhaal om die een kans te geven.
De een kwam van een favoriet koppel, de ander was een keer erg vroeg geweest, een derde was de broer van zijn beste duif.
Ik zei: 'Het zijn jouw duiven, jij bent baas, maar als je die rommel door houdt moet je mij niet meer vragen te komen keuren.’
Ruim de helft werd verwijderd en met wat overbleef werd nadien zo gepresteerd. Omdat ik de goede er uit gehaald had?
Als dat zou kunnen!
'Maar de rommel er uit halen kan wel. Sommige duiven hebben zulke grote gebreken dat het geen goede kunnen zijn. Die herkennen is even gemakkelijk als zwakkelingen uit de hoop halen.
En duiven met grote gebreken horen evenmin thuis op het hok van een ambitieus liefhebber als zwakkelingen.

A.S.

Alle stukken gepubliceerd door Duiven.net in de rubriek ""A.S. Vertelt" mogen niet vermenigvuldigd worden.
© Ad Schaerlaeckens

Terug naar A.S. vertelt
Terug naar Duiven.net

Een site van ADVIDU Utrecht