Niets
op tegen
Met
vieren stonden ze in de tuin, duivenliefhebbers natuurlijk. Een waande zich
een soort gids en deed het voorkomen of we vrienden waren.
Nu word ik van zo'n houding niet warm of niet koud, maar vrienden?
Mensen die je alles kunt toevertrouwen en die klaar staan in voor- en
tegenspoed?
Die zijn er weinig. Al gauw ging het gesprek over duiven, meer bepaald wat
voor soort ik had. Onze 'vriend' nam het woord.
'Op verkopingen zie je jou niet hè. Daar moet je trouwens wegblijven'
beantwoordde hij de vraag die hij zelf gesteld had.
De anderen knikten voor ik kans kreeg mijn mond te openen.
'Natuurlijk blijf je op verkopingen best weg' kon je van hun gezicht lezen.
Ik haalde een duif van het hok.
'Prachtduif' vonden ze. 'En een goede', reageerde ik.
'Wat voor soort het was?'
'De vader heb ik gekocht op een verkoop' grijnsde ik.
Ze keken als boeren met heel veel kiespijn.
NIET WAAR
Wat
ik wil zeggen is dit:
Velen hebben iets tegen verkopingen. Als ik naga hoeveel mensen in mijn
omgeving daar naar toe gaan zijn dat er bitter weinig.
Want 'een goede kun je niet kopen, die moet je krijgen' . Zeggen ze.
Zoals ze ook zeggen dat 'verkopingen de sport kapot maken omdat mensen met
centen alle beste duiven kopen'.
Wat is echter realiteit?
Goede kun je inderdaad zo maar krijgen, zelfs opvangen, maar ook wel
degelijk kopen.
Anderzijds zijn er talloze voorbeelden van mensen die met geld successen
trachtten te forceren maar hopeloos faalden.
Op verkopingen kun je weinig tegen hebben. Zolang er mensen zijn die iets
hebben dat anderen ook willen zal er gekocht en verkocht worden.
Als het spel correct gespeeld wordt hebben verkopingen zelfs iets positiefs.
Omdat de koper zelf de prijs bepaalt.
Zo gebeurt het niet zelden dat vooral jonge duiven op een verkoop lagere
prijzen 'halen' dan de liefhebber aan huis vraagt.
Bij verkopingen horen verkoopleiders.
Die worden nogal eens op de korrel genomen maar ook op hen, de meeste toch,
kun je weinig tegen hebben.
‘Kopen is een kwestie van vertrouwen’ hoor je vaak. Dat is ook zo.
Onder alle koren zit kaf, ook onder verkoopleiders, die weten dat en stellen
prijs op een goede reputatie. Een kwestie van lijfsbehoud omdat verkopingen
hun boterham zijn. Mensen die een keer gerotzooid hebben zijn hun vertrouwen
voor goed kwijt en dat is iets dat verstandige verkoopleiders heel goed
beseffen.
KRETEN
Waaraan
ik me vroeger wel ergerde waren de kreten die werden gebezigd als een
verkoop werd aangekondigd.
In een of andere la heb ik er wat verzameld en wat leren die?.
-
Het
aantal 'verkopingen van de eeuw' is niet te tellen.
-
De
reeks verkopingen van het laatste 'Jan Aardenbolwerk' en de enige echte
schatbewaarders van het Jan Aardenras evenmin.
-
Talloos
zijn ook de verkopingen ‘eenmalig in hun soort en die nooit meer
terugkomen’.
-
Ook
zijn er al heel wat 'meest bewezen Janssenkwekers aller tijden' onder de
hamer gebracht.
De
inhoud van die la gaat vandaag of morgen de vuilnisbak in.
Ik stoor me er niet meer aan want zit heel de samenleving zo niet in elkaar?
SAMENLEVING
'Tachtig
duiven in de verkoop en tachtig edele raspaardjes?'
We weten dat dat niet zo is en als je je aan zulke dingen ergert kun je best
op een onbewoond eiland gaan wonen waar je verstoken blijft van televisie of
krant. Neem nu die blondjes in de STER-reclames.
Vaak slagen ze er in de onmetelijke domheid die ze naar men zegt bezitten te
verbergen achter een adembenemende schoonheid.
Als die beweren 'dat wasmiddel X het beste is' ergeren we ons toch ook niet?
We gaan gewoon zappen. Verkoopleiders hebben dezelfde taak als die blondjes:
de waar aanprijzen. Degenen die dat zonder enthousiasme en flair doen graven
aan de wortels van hun eigen bestaan.
Ik heb niets tegen die mensen. Op een paar na. Dat zijn er die met de
souplesse waarmee een prostituee van klant wisselt een slag van 180 graden
maken en de vijand van gisteren omarmen als de vriend van nu als ze daar aan
kunnen verdienen.
Wonderlijke wezens zijn er bij.
Lui die het vrome masker dragen van een apostel en het heil preken van de
mindere liefhebber maar tegelijkertijd langs de achterkant diens huis
binnensluipen om de laatste korstjes brood uit diens broodtrommel te roven.
Ze beloven een brug te bouwen zelfs als er geen rivier is.
Ik laat ze doen, vlieg er niet meer in.
Wie een steen optilt om te wijzen op het ongedierte dat daaronder ligt
bezorgt zich zelf een hoop ellende. Hij kan die steen beter laten liggen,
wat niet weet wat niet deert.
De bekendste verkoopleiders zijn veelal ook de betere omdat ze dus een
reputatie hebben die ze niet te grabbel willen gooien.
Kreten als 'met deze duif is mislukken uitgesloten' breng ik onder bij het
soort taal dat vissers zo typeert als ze hun zoveelste paling van zes meter
hebben gevangen.
TE VEEL GOEDE
Verder
is de ene verkoop de andere niet.
Verkopingen waarbij ik vraagtekens zet zijn die 'vanwege een te veel van het
goede'.
Het
verschil tussen serieuze kampioenen en nepkampioenen is dat de eerste eerst
sorteren en dan kweken en de laatste eerst kweken en dan sorteren.’
Ik
ben ook huiverig voor gedeeltelijke verkopingen.
Men kent dat: 'De kolonie wordt drastisch ingekrompen vanwege drukke
werkzaamheden, ziekte of verhuizing.'
Dat kan natuurlijk hoewel het verbazingwekkend is welk een heilzame invloed
een verkoop heeft op de gezondheid van sommigen: Na enkele jaren hebben ze
meer duiven dan ooit.
Als ik zelf ooit een gedeeltelijke verkoop zou houden raad ik U aan er weg
te blijven want ik kan nu al zeggen dat ik de beste zelf zou houden en de
rest in de aanbieding brengen.
Ik neem aan dat anderen niet anders doen.
Toch dient gezegd dat je gedeeltelijke verkopingen niet per definitie moet
mijden.
Ik heb er ooit een prima duif gekocht ofschoon die al wel een en ander
bewezen had.
VOORKEUR
Mijn
voorkeur hebben TOTALE verkopingen tenminste als zeker is dat niets vooraf
is verkocht. Dat gebeurt overigens minder dan wordt beweerd.
De verkoper en verkoopleider hebben er immers alle belang bij dat ook de
betere duiven in de verkoop komen.
Kwaliteit is ook te halen bij verkopingen van een ronde jongen.
Dat zijn wel onbewezen duiven maar die hebben het voordeel dat je soms voor
een habbekrats aan een goede komt.
Je kunt je zelf ook een beetje testen want sommigen hebben toch meer gevoel
voor duiven dan anderen.
In Kaatsheuvel woont er zo een. Hij had een bon van mij gekocht. Toen hij om
zijn duif wilde komen zei ik dat er al veel weg waren.
'Geeft niet' zei hij 'het zal toch allemaal geen rommel zijn dat er nog
zit?'
'Hoop ik niet' zei ik, 'maar je hebt minder keus'.
Hij maalde er niet om, kwam, zag en had het al gezien: 'Geef die
maar.'
Later op een kampioenendag zag ik die duif terug in een mandje daarop
vlaggetjes.
Toen hoorde ik dat hij al zeven(!) kampioenduiven had ‘overgehouden’ aan
een bon.
TIPS
‘We
kennen niets van duiven’ wordt beweerd maar toch is het niet allemaal
koffiedik kijken. Sommige duiven hebben zulke grote gebreken dat het
onmogelijk goede kunnen zijn. Bij het in de hand nemen is vooral de eerste
indruk van belang.
Een duif moet evenwichtig zijn, uit een stuk, zacht van pluim en als het
ware door je hand glijden. Bij het openen van de vleugel moet je de indruk
krijgen ‘verdorie, die heeft een grotere vleugel dan ik vermoedde.'
Verder let ik op de uitdrukking van de ogen.
Ik vind dat een duif dom kan kijken en verkies de blik die lijkt op die van
een roofvogel boven die van een kip.
In de keel kijk ik alleen als ik twijfel aan de gezondheid. Wat je bij het
aanschaffen vooral nodig hebt is geluk. En niet te snel denken dat je het
kent.
Zo was er die man die dacht dat hij kon vliegen. We hebben hem liefdevol
naar zijn laatste rustplaats gedragen.
A.S.
Alle stukken gepubliseerd door Duiven.net in de rubriek ""A.S.
Vertelt" mogen niet vermenigvuldigd worden.
© Ad Schaerlaeckens
|