Lang
geleden al wist Socrates dat de voornaamste vraag waarmee de mens zich bezig
houdt is ‘hoe word ik gelukkig?'
En Socrates was een wijs man. Dat het volmaakte geluk niet van deze wereld
is weten we onderhand wel al hebben we daar mogelijk ooit anders over
gedacht.
Welk meisje van zeventien droomde nooit van haar prins in een kasteel met
daar om heen een park met fraaie vlinders, vijvers met goudvissen en
fonteinen die glinsterend champagne opborrelen?
Samen met die prins op een vergulde bank gelukkig zijn. Wat wil een jong
meisje nog meer? Maar die dromen zijn meestal van korte duur.
Bij sommige slechts tot de dag dat ze voor het altaar stond in een hagelwit
bruidspak met het prijskaartje er nog aan. Want vlug kwam ze er achter dat
ze iets anders in huis had gehaald als waarvan ze altijd gedroomd had.
REALITEIT
De
eerste nacht moest ze al ervaren dat haar droomprins snurkte als een
overjaarse buldog. Later dat hij in zijn neus peuterde als hij dacht dat
niemand het zag of dat hij zweetvoeten had of zijn tanden poetste met haar
tandenborstel.
En als dan een moment aanbrak dat ze nog wilde redden wat er te redden was
en een bloes met diep uitgesneden decolleté had gekocht vroeg ze: 'Zie je
niets?'
Maar hij zag niets.
Hij vroeg waarom het eten nog niet klaar was en zakte languit op de divan
voor de tv.
De hele avond lag hij daar, chips binnen handbereik, voetbal te
kijken.
Hoe anders had zij zich alles voorgesteld.
En terwijl hij 's nachts lag te snurken zag zij tegen het plafond de ene
zeepbel na de andere uiteenspatten.
Tot ze besloot er in te berusten en er iets van trachten te maken.
'Je moet wel naar de sterren kijken om ze te kunnen zien' had ze ergens
gelezen.
Ze wist niet wat er precies mee bedoeld werd maar ze vond het zo mooi
geschreven.
En omdat ze zich schikte in haar lot kreeg haar leven toch nog een aardig
vervolg.
NIET ZO BELANGRIJK
Wat
ik wil zeggen is niet bijster origineel maar wel van alle tijden en voor
iedereen:
Tel wat je hebt en
niet wat je mist. Pluk die dag, je hebt maar recht op een trip! Het leven
trekt in een flits aan je voorbij. Vergeet niet dat duivensport eigenlijk
maar een klein deel van je leven is. Wel mooi maar er zijn ook andere
dingen.
Sommigen
laten zich het leven zuur maken door volstrekt onbelangrijke zaken als kapot
gevochten eieren, een doffer die niet wil paren, een duif die verloren gaat.
Slapeloze nachten hebben mensen door het missen van een kampioenschap.
Maar zeg nu zelf: Zijn dat belangrijke zaken?
Stop alle duivenliefhebbers van dit land in het stadion van Barcelona en dat
is half leeg!
Prijs de Heer zolang de ellende in je leven zich afspeelt op je duivenhok!
Je bent een gelukkig mens.
Lig niet wakker van een verloren kampioenschap maar geniet van bijvoorbeeld
je opgroeiende kinderen. Die zijn eerder groot dan je denkt en dan is het
over.
Hou me ten goede, duivensport is tof maar als ik zie hoe sommigen daar mee
omgaan kan ik niet anders dan concluderen dat ze het niet goed doen. Ik kan
zo een aantal sportgenoten noemen die, als ze oud mogen worden, terugkijken
op een leven met duiven, duiven en duiven.
BRIEF
Ik
kreeg inspiratie voor dit artikel door een brief van een mevrouw die
schreef:
1.
Als je in de weekends in de zomer vaak afzonderlijk eet, jij in huis,
hij in de tuin met een bord op zijn knieën ben je getrouwd met een
duivenliefhebber.
2. Als je man 300 Euro voor een duif een koopje vindt maar 100 Euro
voor een jurk gekkenwerk heb je prijs: Een duivenfanaat.
3. Als op vakantie gaan betekent dat de voornaamste bezienswaardigheden
bestaan uit het bezoeken van duivenliefhebbers weet je ook waarmee je
getrouwd bent:
4. Als het huwelijk van je dochter aangepast wordt aan het
vliegprogramma heb je een echte getroffen.
5. Dat is ook zo als je man de voorouders van al zijn duiven kent
maar de verjaardagen en namen van de kleinkinderen niet.
6. En je bent met een duivenliefhebber getrouwd als die tegen zijn
maat praat over een 'plaatje met groene ogen dat hij op de kop wil tikken'
en daarmee geen andere vrouw bedoelt.
GOED BEDOELD
Aan
de ludieke ondertoon merk je dat dat vrouwtje de juiste instelling heeft.
Haar man heeft duiven, die overdrijft, maar zij kan er mee leven. Ze weet
dat ze het slechter had kunnen treffen, anders schrijf je zo'n brief niet.
Een man die bezeten is van internet (die zijn er meer dan men denkt) is niet
alles en een man voor wie zijn werk alles is (en die zijn er meer als men
denkt) is ook niet de prins waarvan veel vrouwen als meisje droomden.
Ik denk dat onze briefschrijfster een gelukkig mens is omdat ze weet dat
haar lot niet eens zo slecht is.
RELATIVEREN EN
TEVREDEN ZIJN.
Veel
mensen zouden gelukkiger zijn als ze anders met bepaalde zaken omgingen.
Idealen hebben zoals dat meisje van zeventien is prima.
Kampioen worden, eerste prijzen winnen, of... de nationale gekte van de
laatste jaren in Nederland 'op teletekst komen’ ook.
Maar die idealen mogen niet ten koste gaan van. En als ze niet bereikt
worden moet je daar mee omgaan zoals dat meisje.
Sommigen gaan gebukt onder jaloezie zeggen ze. Dat zal wel maar is jaloezie
typisch voor duivensport?
Ik waag dat te betwijfelen.
Dat zei ik ook tegen die beginner die het niet meer zag zitten.
Hij had met jonge duiven enorm gespeeld maar werd er geen gelukkiger mens
door, integendeel. Nu werd hij als notoire druppelaar afgeschilderd en daar
kon hij slecht tegen.
'Kun je eens over jaloezie schrijven' vroeg hij me. 'Je houdt het niet voor
mogelijk wat voor praatjes over mij de ronde doen.'
Ik zei dat als hij zich die zaken aantrok die lui bereikten wat ze wilden
bereiken.
Een ander trekt zich de toekomst van onze sport aan.
Vroeger telde zijn dorp 120 liefhebbers, nu 30.
Dat is inderdaad niet om vrolijk van te worden. Maar anderzijds leven we
hier natuurlijk wel in een luilekkerland.
LUILEKKERLAND
Geel
telde begin 90-er jaren zo’n 300 liefhebbers.
En plaatsen waar onze sport leeft zijn er nog al is het niet meer als
vroeger. We moeten het met minder liefhebbers doen wat ook ik in hoge mate
betreur maar dan nog kun je genieten van je hobby.
Je moest eens weten wat velen in andere landen er voor over moeten hebben om
met duiven te kunnen spelen.
Niet eens zo ver van de deur, in Oostenrijk, Denemarken en zelfs Duitsland
begint het al. 50 Kilometer of meer rijden om in te manden, klokken halen,
klokken wegbrengen enzovoorts is er normaal en er is in verre omgeving geen
winkel waar vanzelfsprekende zaken als duivenvoer, duivenmanden of grit te
krijgen zijn.
Als liefhebbers nabij New York hun duiven op willen leren moeten ze om half
vier uit hun bed omdat ze anders verstopt raken in het verkeer. En toch
beleven ook die veel lol aan hun hobby.
Vergeleken met hen is het hier een luilekkerland.
TOT SLOT
Wat
jaloezie, verdraagzaamheid en respect betreft neemt onze sport geen aparte
positie in.
Dat weet de wielrenner die geen koers meer mocht winnen omdat het peloton
zijn ambities niet pruimde en de voetballer die constant werd uitgefloten
alleen omdat hij een donkere huid had.
Van mensen heb je nu eenmaal verschillende soorten.
ER ZIJN probleemoplossers, anderen zijn zelf een probleem.
ER ZIJN er die ergens voor staan en anderen die overal tegen zijn.
ER ZIJN er die proberen mensen tot elkaar te brengen maar er zijn er
ook die proberen tweedracht te zaaien.
Allemaal veel gezondheid, veel geluk en succes met de duiven. In die
volgorde dus!
En onthoudt: Je moet wel naar de sterren kijken om ze te kunnen zien.
A.S.
Alle stukken gepubliseerd door Duiven.net in de rubriek ""A.S.
Vertelt" mogen niet vermenigvuldigd worden.
© Ad Schaerlaeckens
|