Deel 4 "Omgaan en spelen met jongen" Aan
voeren hecht ik minder belang dan veel sportgenoten. "Opvoeren"' zoals bij
weduwnaars wordt gedaan, doe ik mijn jonge duiven niet. De krijgen steeds dezelfde
mengeling behalve de dag van inmanden.Dan wordt alleen 's morgens gevoerd maar wel de
dubbele portie. Zò veel dat er tot het moment van inmanden voer blijft liggen. Voordeel
van deze handelwijze is dat ze kunnen eten als ze dat willen maar dat vlak voor het
inmanden niet zullen doen. Aldus gaan ze nooit hongerig op reis en ook niet met volle
krop. Duiven inmanden met volle krop vind ik evenzeer af te raden als duiven inmanden die
overdadig veel dronken. Of het moet zoals ik doe? Nee hoor. Maar mijn jongen vliegen er
wel alle jaren de stukken af en ik hoef niet weg te kruipen als duiven van de vlucht
komen, integendeel. Dus is mijn handelwijze kennelijk ook niet de verkeerde.
WINTERKWEEK
Het aantal liefhebbers dat aan winterkweek doet zit tegenwoordig aardig in de buurt
van de 100 procent! Het is een doodnormale zaak aan het worden. Wat België betreft ligt
dat voor de hand. Daar gaan jonge duiven in mei al de korf in en je kunt natuurlijk niet
gaan vliegen met duiven die slechts acht weken oud zijn. In Nederland begint het jonge
duivenspel een maand later, men kan er dus later koppelen en toch nog speelrijpe duiven
hebben. Maar ook de meeste Nederlanders doen aan winterkweek. Waarom? Dat heeft alles te
maken met de populariteit van het jonge duivenspel, meer bepaald de lange
afstandsvluchten. In een grijs verleden was dat bijzaak. Men speelde met jongen om van de
nood een deugd te maken. "Ze moesten toch geleerd worden, ervaring opdoen, en waarom
dan niet spelen?" Een definitieve wending vond plaats in de 50-er jaren met het
opstarten van de grote Nationale Orleans, een initiatief dat aanvankelijk op veel
weerstand stuitte. En die weerstand werd nog groter toen de eerste de beste Orleans al een
complete ramp werd. "Zie je wel, te ver voor jongen" kraaiden de sceptici in
koor.
OMMEKEER
Maar de tijden zijn veranderd. Nu worden jonge duiven even vanzelfsprekend als massaal
ingezet op vluchten van 500 kilometer en verder. En die vluchten verlopen meestal
probleemloos. Zelfs de fondliefhebbers, per definitie geen jonge duivenspelers, bleven
niet achter. Dat ze op hun eigen terrein, de fond, geklopt worden door specifieke halve
fondspelers heeft alles te maken met de handigheid van de laatste. Dat zijn veelal
jongeren, niet gehinderd door de schim van ingekankerde dogma's uit de tijd dat een of
twee schrijvers in duivenkranten het denken van de liefhebber bepaalden. Theorieën
waaraan vroeger niet te tornen viel kunnen ouderen moeilijker van zich afschudden en
blijven hen als een schaduw achtervolgen. Daarom kunnen ze een nieuwe generatie
liefhebbers niet volgen. Een generatie die met tot op het bot gemotiveerde, ervaren en
veelvuldig gespeelde jongen de grenzen enorm wistte verleggen. De specialist speelt bij
voorkeur met winterjongen. Die zijn ouder, kunnen daardoor beter getraind worden en zijn
gemakkelijker op nest of zelfs weduwschap te spelen. Bovendien kent men minder problemen
met de rui.
WINTERJONGEN? WEG ER MEE!
Als presteren de norm is is winterkweek wèl verloren moeite als je de duiven pas in
juli gaat "leren". De ervaring leert dat duiven die pas gespeeld worden als ze
een half jaar oud zijn minder uit de verf komen, zelfs gemakkelijk verloren gaan. Een
eerste kennismaking met de mand dient plaats te vinden als duiven drie tot vier maanden
oud zijn. Natuurlijk moet wel aan enkele voorwaarden worden voldaan:
a. Ze moeten gezond zijn!
Of dat het geval is verraden ze door hun gedragingen rond het hok meer speciaal door
spontaan, uitbundig en langdurig vliegen. Nooit mag men jonge duiven opleren, laat staan
spelen, die niet uit eigen beweging vliegen.
b. De tweede voorwaarde is dat het weer niet tegen mag zitten.
Zo mag een eerste kennismaking met de mand nooit met krachtige oostenwind geschieden.
SUPERLEUGENAARS!
En die superkampioenen die vluchten oprollen "met duiven die amper werden
geleerd?" Zeg maar dat ik gezegd heb dat dat geen superkampioenen zijn maar
superleugenaars. Mannen die indruk willen maken. "Want als je zo hard speelt met
duiven die amper mand zagen kun je nagaan wat voor klasse die hebben." In Amerika en
Taiwan waar voor enorme sommen geld gespeeld wordt weten ze wat het betekent te poulen op
jonge duiven die weinig zijn getraind. Met zulke kom je niet op de uitslag.
DOMMERIKEN?
Wat niet opleren tot gevolg heeft zie je met name bij late jongen, in augustus of
september geboren. Als je die in hun geboortejaar niet 'leert' moet je ze als jaarling
eens gaan spelen. Je houdt geen pluim over. "Omdat het dommeriken zijn" lees je
wel eens. Een merkwaardig standpunt. Ik zie niet waarom jongen geboren in het najaar,
dommer zouden zijn dan hun broers en zusters in januari of februari geboren. Waarom die
verliezen?
Najaarsjongen gedragen zich anders. Die trekken niet weg. Die vallen direct in de
rui en ruiende duiven vliegen niet.
Of dat uit eigener beweging trainen van vroege jongen dan niet genoeg is? Of je die dan
nog weg moet brengen ook? Voor mij is er altijd nog een groot verschil tussen jongen die
trekken of die tientallen kilometers in kaarsrechte lijn huiswaarts stormen. Goed opleren
dus als men prestaties verlangt. Al die kampioenen die veelvuldig met hun jonge duiven op
stap gaan doen dat echt niet voor de lol.
VERGELIJKING
We gaan een en ander staven aan de hand van concrete voorbeelden uit de praktijk. Er
zijn plaatsen waar men hartje zomer met vroege jongen en late apart concourst. Nog nooit
meegemaakt dat er ook maar èèn vlucht was waarbij de late jongen even goed naar huis
kwamen als de vroege. De verschillen in snelheid en concoursduur zijn vaak enorm. Dat is
regel. Die onervaren late pieper die er de stukken afvliegt tegen de vroege jongen is de
uitzondering. En uitzonderingen bewijzen niets.
NOODZAAK
Het verloop van Nationaal Orleans jonge duiven in het Nederlandse Oost Brabant hebben
mij en menig Oostbrabander zelf aan het denken gezet. Keer op keer, ook bij gunstige wind,
verloopt die vlucht daar onwaarschijnlijk veel slechter dan elders. De mannen in de streek
van Reusel (weer Oost Brabant dus) hebben in het verleden herhaaldelijk getracht de regio
Arendonk partij te bieden in een zogenaamde "Holland België". Die amper
gespeelde Hollandse duiven kwamen er tegen de geroutineerde Belgen waarmee al vanaf mei
werd geconcourst zelden aan te pas. Vanwege slechtere duiven? Die uitleg is te
gemakkelijk. Elders in Nederland en in België wordt enorm gespeeld met duiven die zijn
aangeschaft in... Oost Brabant. Minder mogelijkheden tot opleren, groepslossingen lijken
een antwoord op de vraag waarom Orleans er steeds zo veel minder vlot verloopt en al die
pakken slaag tegen de Belgen. Jonge duiven ervaring op laten doen? Het lijkt me absoluut
noodzakelijk!
(wordt vervolgd)
Einde Deel 4
Alle stukken gepubliseerd door Duiven.net in de rubriek "A.S. Vertelt"
mogen niet vermenigvuldigd worden.
© Ad Schaerlaeckens
|