Postduiven voorbereiden op wedvluchten Van eind maart tot eind september kunnen postduiven meedoen aan speciale wedvluchten. Bij deze georganiseerde wedstrijden worden de postduiven weggebracht naar een bepaalde plek en daar worden ze losgelaten. De winnaar is de duif die het snelst weer terug is in het eigen hok. Voordat een duif aan een wedstrijd kan meedoen, moet hij wel goed getraind zijn.

Het weer

Je hebt weinig invloed op het weer, maar toch is het verstandig om dit voor de wedstrijddag te controleren. Door sim only vergelijken kun je tijdens de wedstrijd het weer ook zelf in de gaten houden op je smartphone. Windrichting en windkracht hebben namelijk een grote invloed op de wedvlucht. Met een rugwind tussen zuid en west is er doorgaans sprake van een hoge vlieghoogte, hoge snelheid, vlot concours en hoge thuiskomst. Een kopwind of oostenwind zorgt juist vaak voor een lage vlieghoogte, lage vliegsnelheid, langere concoursduur en een moeizame thuiskomst. Ook zorgt een hogere temperatuur voor een dalende thuiskomst, zoals onderzoek van de commissie Wetenschappelijk Onderzoek Welzijn Duiven (WOWD) heeft aangetoond.

Voerschema

Voor het voeren van de duif is het belangrijk om te anticiperen op de afstand die gevlogen gaat worden. Het maakt veel uit of de duif bijvoorbeeld 200 km gaat vliegen of meer dan 1.000 km. In de eerste 10 minuten van de wedstrijd verbranden duiven enkel glycogeen. Ook in de 40 minuten daarna wordt glycogeen als brandstof gebruikt, samen met glucose en vetzuren. Vervolgens worden de vetreserves aangesproken. Door goed naar het vetgehalte in het duivenvoer te kijken, is redelijk goed in te schatten wat voor vetreserve een duif heeft. Je kunt uitgaan van een vetverbruik van 3 gram per uur. Voor een lange vlucht is het belangrijk dat de vetreserve toereikend is. Op een korte afstand kan veel vet echter zelfs nadelig zijn, vanwege het gewicht van de duif.

Rust

Niet alleen voeding is belangrijk om een fysiek doel te bereiken. Naast voeding en training is rust zeer belangrijk. Je hebt dus een goed hok nodig dat inspeelt op de behoeften van je duiven. Dit moet aanvoelen als een thuis voor je duiven. Als ze rusten moet het stil zijn en het moet goed donker zijn. Hierdoor voelen de duiven zich veilig en beschermd. Na het avondmaal kun je de lichten doven om de duiven te laten rusten. Door het hok in de optimale hoek te plaatsen, worden de duiven vanzelf wakker rond zonsopgang. Hierna kun je jouw duiven direct laten trainen, bijvoorbeeld met een korte en intensieve sprint van 30 minuten. Je kunt dit opbouwen, van een training alleen in de ochtend naar een training in de vroege ochtend en avond. Hopelijk zie je de naam van jouw duif binnenkort op de resultatenpagina verschijnen!