Tips
voor het juiste klimaat in het duivenhok
Als
duivenliefhebber doe je (bijna) alles voor je duiven. Maar je
kunt ook te veel doen. Lees hier de tips wat je beter wel kunt
doen en wat je beter kunt laten.
Een hok
moet in de basis uiteraard warm, droog en tochtvrij zijn. En dat
geldt niet alleen voor overdag. Ook in de nacht moet het
duivenhok aan deze voorwaarden voldoen. Toch mag het hok ook
weer niet te warm en droog zijn. Een goede isolatie en een
flexibel ventilatiesysteem zijn daarom een basisvoorwaarde.
Hierdoor kun je grote schommelingen in het hokklimaat voorkomen.
|
|
Basisvoorwaarden
Als basis voor het
hok kun je aanhouden dat het in het duivenhok nooit kouder mag zijn dan
buiten maar het mag in het hok ook niet veel warmer en droger zijn dan
de buitentemperatuur. Daarbij mag de temperatuur ook niet hoger zijn dan
28 graden. De beste luchtvochtigheid varieert daarbij tussen de 50 en
70% (afhankelijk van de temperatuur). Glas in een duivenhok is daarom
geen goed idee. Schuiven in het plafond wel. Ook een thermometer en
hygrometer plaatsen kunnen je goed helpen om te zien of de waardes in
het hok aan de basisvoorwaarden voldoen.
Ventilatie
Ventilatie is
belangrijk in het hok. Maar ventilatie bereik je niet met kieren. Erger
nog kieren en gaten zijn zelfs heel slecht voor je duiven. Ze geven
tocht en zorgen er vooral voor dat de omstandigheden in de nacht slecht
zijn. Ook lage ventilatieopeningen zijn daarom uit den boze. Beter kies
je voor schuiven die open en dicht kunnen in het plafond bijvoorbeeld.
Belangrijk is
namelijk dat als de temperatuur stijgt, de warmte weg kan. Een zadeldak
met een steilere voorkant geeft daarom de beste nokventilatie omdat de
binnenkomende lucht naar boven wordt gestuwd. Daarnaast moet de
inlaatlucht die in het hok komt, er ook weer uit anders. Gebeurt dit
niet, dan krijg je overdruk, hogere temperaturen en zwevend stof. Een
mechanische afzuiging en/of schoorsteentjes of de genoemde verstelbare
schuiven kunnen goed helpen. Bij de hoekafdelingen mag overigens ook
geen “valse luchtinlaat” plaatsvinden. En ook de zijranden moeten
hermetisch worden afgesloten.
Isolatie
Omdat kieren en
gaten uit den boze zijn is het isoleren van het hok met PIR platen een
optie. PIR platen zijn namelijk krimpvrij waardoor geen kieren kunnen
ontstaan. Het nadeel is dat het een dure oplossing is. Een goed en
goedkoper alternatief is het hok te isoleren met
glaswol. Omdat duiven gevoelig zijn voor luchtwegproblemen, is het
isoleren met steenwol een minder goed alternatief. Met name omdat bij
steenwol isolatie (ook wel rotswol genoemd) er bij de verwerking een
irriterende werking op kan treden. Niet voor niets wordt er aangeraden
om hierbij altijd handschoenen en een stofmasker te dragen.
Voor een droge
vloer is het belangrijk dat er wind onder het hok door kan. Maar ook een
vloerverwarming kan een gunstige invloed hebben. Heeft het hokklimaat
ongunstige omstandigheden waarbij de vloer koud en vochtig is, is
isolatie van de vloer ook een optie.
Zuurstof
Ook over de
hoeveelheid zuurstof in het hok zijn nogal wat misverstanden. ‘Hoe meer
zuurstof hoe beter is’ dan ook zeker niet waar. Een te hoog
zuurstofgehalte kan voor hersenafwijkingen zorgen.
Een te laag
zuurstofgehalte in de lucht speelt dan weer geen rol in een duivenhok.
In veel gevallen als er gesproken wordt over dat er voldoende zuurstof
moet zijn, wordt bedoeld dat er voldoende ventilatie moet zijn. |