De beste (en duurste) duif ter wereld

Duiven werden vroeger gebruikt voor het verzenden van informatie, maar tegenwoordig worden ze eigenlijk voornamelijk nog getraind door duivenmelkers om deel te nemen aan duivenraces. De prijzen die een kweker hiermee kan winnen verschillen per land en lopen ver uiteen, maar waar het échte geld lijkt te liggen is in het verhandelen van duiven. Want wie de snelste duif heeft, kan hier als eigenaar goed op inspelen en bovendien profiteren van de verkoop.

Zo verkocht duivenmelker Joël Verschoot uit Ingelmunster (BE) in 2019 zijn duif Armando, voor maar liefst 1,25 miljoen euro, wat hem destijds de duurste duif ooit maakte in Europa. Een jaar later verbrak een duivenmelker uit Berlaar (BE) dat record: hij verkocht zijn duif New Kim voor 1,6 miljoen euro aan een anonieme Chinese koper. New Kim werd gekweekt door Vlaamse trainer Gaston van de Wouwer, die naast New Kim ook besloot de rest van zijn duivenkolonie te verkopen. Hiermee behaalde van de Wouwer tevens de hoogste totale opbrengst voor 1 kolonie ooit, t.w.v. 9,55 miljoen (!) euro.

Nikolaas Gyselbrecht, de CEO van Pigeon Auction House (PIPA), waar zowel New Kim als Armando werden geveild, had niet verwacht dat de prijs voor New Kim zo hoog zou gaan: "Armando was een mannetje. Meestal is een mannetje meer waard dan een vrouwtje omdat het meer nakomelingen kan geven, meer kinderen. Het is dus heel uitzonderlijk om een mannetje te hebben voor deze prijs."

Waar komen de exorbitante prijzen en de duivenkopers vandaan? 

Mensen houden ervan om competitief te zijn en velen vinden het prachtig om geld in te zetten op het snelste paard, de snelste auto en dus ook op de snelste duif. Duiven worden net als vele andere dieren heel selectief gefokt; met een stamboom die gericht is op het uithoudingsvermogen, snelheid, kracht en uiteraard ook hun instinct om naar huis te vliegen. De duivensport won in de 19e eeuw aan populariteit in België en van daaruit verspreidde de moderne versie van de sport zich naar de rest van de wereld. Bijvoorbeeld naar Azië, waar de duivensport inmiddels een soort prestige symbool is geworden voor de rijken.  

Vooral China heeft in de laatste jaren een enorme golf van belangstelling getoond voor de sport en de stijgende populariteit heeft ertoe geleid dat miljardairs steeds meer geld in duiven investeren en daarmee het prijzengeld voor duivenraces opdrijven. De Aziatische kopers concurreren er dan ook op los om de beste genen te kunnen bemachtigen, zodat ze nog meer prijswinnende duiven kunnen kweken in hun eigen land.

Waarom zijn Belgische duiven zo goed? 

China heeft op dit moment meer dan 1 miljoen duivenmelkers en dat aantal blijft groeien, maar het kleine België wordt nochtans beschouwd als het traditionele hart van de duivensport. "Er is geen land ter wereld waar zoveel duivenmelkers in zo'n hoge dichtheid met elkaar, bij elkaar leven als in België", zegt Gyselbrecht van PIPA. "Je hebt dus 20.000 duivenmelkers in een heel klein land die (met) elkaar op een heel hoog niveau strijden. Het is net als de Champions League."

De duurste duiven in de geschiedenis van de sport,  Armando en New Kim, zijn rasechte Belgische duiven en wat de Belgen zo goed maakt in het trainen van de hoogste klasse duiven heeft te maken met ervaring die van generatie op generatie is overgedragen. Na de Eerste Wereldoorlog was duivensport een veelvoorkomende hobby van de arbeidersklasse. Paarden namen te veel plek in beslag, maar voor een duivenkolonie had je alleen een kleine til nodig op het dak. Het was een betaalbaar tijdverdrijf, dat in enkele gevallen ook nog een leuke prijs kon opleveren en met de jaren steeds competitiever is geworden.

Van de huidige 20.000 duivenmelkers in België is maar een klein percentage dat financieel profiteert van hun liefhebberij. Een winnaar kweken is echter wel voor iedere melker een mogelijkheid, met of zonder generaties aan kennis. Een goede stamboom maakt namelijk niet van iedere nakomeling een topduif en de snelste duif kan ook gewoon in een kleine, onbekende duiventil geboren worden.

En dat is precies wat de duivensport zo interessant maakt: de chance.

Gokverbod op duivensport 

De chance, of het geluk, om een winnaar te kweken, of te wedden op de snelste duif, zal blijven fascineren, hoewel echt gokken op duivensport in Nederland verboden is. Ook de Belgische duivensport bond heeft zich tegen gokken op duivenraces verzet en je zult deze vorm van weddenschappen dan ook niet snel tegenkomen in een online casino in Nederland of België. Online gokken in Nederland wordt door de Kansspelautoriteit in de gaten gehouden en casino’s moeten zich aan strikte regels houden. Volgens https://casinoszondercruks.com  is één van die regels is dat gokken zonder Cruks (in een casino zonder vergunning) niet mag in Nederland.

Dat wil echter nog niet zeggen dat er geen casino’s zijn waar je een weddenschap kunt plaatsen op duivenraces. Juist wel, gezien de aantrekkende duivensport markt in China. Je kunt er dan ook vanuit gaan dat dit soort weddenschappen in een buitenlands casino worden aangeboden, waar gokken zonder Cruks inschrijving een mogelijkheid is. Een casino zonder Cruks geeft vaak interessante welkomstpremies aan nieuwe spelers, die je bijvoorbeeld kunt gebruiken voor een inzet op je favoriete duif, maar bedenk je wel dat het Cruks omzeilen niet altijd in je voordeel is, omdat je geen hulp kunt krijgen van een toezichthoudende instantie als je prijzengeld bijvoorbeeld niet wordt uitbetaald.

De toekomst van de duivensport – gaan we naar 10 miljoen per duif?  

Het gokken in een casino zonder Cruks, of in het buitenland, draagt enorm bij aan de prijzen die (Belgische) duivenmelkers nu per duif kunnen verdienen en het is dan ook niet ondenkbaar dat de kopers het steeds meer tegen elkaar op zullen nemen, om zo de beste duiven in hun bezit te hebben. De kans dat wedden op de duivensport steeds vaker beschikbaar zal zijn in online casinos zonder Cruks is daarnaast heel aannemelijk, omdat gokkers altijd op zoek zijn naar nieuwe uitdagingen en leuke manieren om een weddenschap te plaatsen. Maar hoe mooi het ook is dat een duif de snelste tijd weet te behalen, als een winnaar eenmaal verkocht is, zal de duif bij zijn nieuwe eigenaar nooit meer het nest kunnen verlaten, omdat een duif altijd zijn weg naar huis zal proberen te vinden, hoe ver ze er ook vandaan zijn.

Het overgrote deel van de duivenmelkers bedrijven de sport dan ook niet voor het grote geld, maar puur uit liefhebberij en bewondering voor deze bijzondere vogel. Voor de echte liefhebber gaat het hart namelijk sneller kloppen als hun duif terugkeert van een race, want ze hebben hun thuis weer gevonden, over afstanden zo lang als 1.800 km, zonder GPS, zonder kaart, maar puur op gevoel. En dat doen wij ze als mensen niet na.